De stad ademde hardlopen. En hoe.
Op zondag 13 april stond Rotterdam opnieuw volledig in het teken van de 44e editie van de NN Marathon Rotterdam: een stad vol aanmoediging, muziek en saamhorigheid, waar honderdduizenden toeschouwers de lopers vooruit juichten. Met 18.000 lopers op de marathonafstand, bijna een miljoen toeschouwers en een parcours van wereldklasse was deze editie opnieuw een feest van uithoudingsvermogen, emotie en Rotterdamse trots.
Een daverende overwinning
De winst ging dit jaar overtuigend naar de Keniaanse topatleet Geoffrey Kamworor. Met een indrukwekkende eindsprint in de laatste vijf kilometer en ondanks stevige wind en hoge luchtvochtigheid, finishte hij in 02:04.33. Daarmee voegt hij de Rotterdam Marathon toe aan zijn indrukwekkende palmares, naast eerdere overwinningen in onder andere New York.
Opvallend was ook de afwezigheid van publiekslieveling Bashir Abdi. De Belgische recordhouder en tweevoudig winnaar in Rotterdam kon dit jaar niet deelnemen vanwege een enkeloperatie. Toch stond hij langs het parcours — niet als loper, maar als supporter. Bashir Abdi liet weten dat het voelde alsof hij aan de verkeerde kant van de dranghekken stond. De sfeer, het publiek en de herinneringen aan eerdere edities deden het verlangen om te lopen direct weer oplaaien. Zijn woorden vingen de sfeer treffend: je hoeft geen loper te zijn om geraakt te worden door deze dag.
Een stad als geen ander
Rotterdam laat zich van zijn beste kant zien tijdens de marathon. Van de start op de Erasmusbrug tot de finish op de Coolsingel: nergens op het parcours ben je alleen. Bewoners versieren hun straten, families staan op de stoep met spandoeken, kinderen houden drinkbekertjes omhoog. Wie ooit door het Kralingse Bos liep met brandende benen, weet: het is het publiek dat je voortstuwt.
Team Flanderijn: trots en doorzettingsvermogen
Ook dit jaar stond Team Flanderijn aan de start. Niet om een wereldrecord te breken — maar om hun eigen grenzen te verleggen.
Frank en Martijn, Joyce en Wouter: zij trotseerden niet alleen de kilometers, maar ook hun eigen twijfel. “We wisten niet eens zeker of we kilometer 30 zouden halen,” gaf Frank toe, met zijn medaille nog om zijn nek. “Maar we zeiden tegen elkaar: nog één stap. En nog een. Opnieuw.” Tegen de tijd dat het Kralingse Bos in zicht kwam, protesteerden hun spieren hevig. Maar het gejuich van het publiek, de belofte van de finish en het besef van hun eigen groei, hielpen hen door.
En dat is misschien wel het mooiste aan deze dag. Niet de tijd op de klok. Maar het verhaal dat je meeneemt.
Tot volgend jaar, Rotterdam
Met een voldaan gevoel, vermoeide benen en trotse harten kijken we terug op een onvergetelijke editie. Rotterdam, bedankt voor je energie. Voor je support. Voor het gevoel van samen, dat nergens zo sterk is als hier.
Met trots en bewondering kijken wij bij Flanderijn naar onze collega’s die deze sportieve uitdaging zijn aangegaan. Namens Flanderijn: chapeau!
#demooiste